Uiterst Vertrouwelijk: nieuw boek over de eerste geheime dienst van Nederland
Date: 16-04-2024
De Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), de voorloper van de huidige AIVD, ontstond in 1949. Maar de eerste geheime dienst in Nederland ontstond eigenlijk al aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Lang was weinig bekend over deze eerste geheime dienst van ons land. In Uiterst Vertrouwelijk reflecteren Jansen, Jacobs en andere experts uit de wetenschap en uit het werkveld op die vroege periode, om telkens de lijn door te trekken naar de moderne veiligheidsdiensten en hoe die tegenwoordig in de samenleving staan.
Zo duikt Bart Jacobs met Florentijn van Kampen in enkele opvallende ontdekkingen van Nederlandse cryptografen tijdens de Eerste Wereldoorlog, en schetst Beatrice de Graaf een voorgeschiedenis van nationale terrorismebestrijding. Laura Brinkhorst en Marieke Oprel leggen de focus op de geheime diensten van koloniaal Nederlands-Indië. In andere hoofdstukken komen onder meer de rol van inlichtingendiensten in de samenleving, de milde acceptatie binnen de dienst van de vooroorlogse nationaalsocialistische ideologie en de vroege maar onvermijdelijke politisering van de geheime dienst voorbij.
Rapport-De Meijer
Uiterst Vertrouwelijk is gebaseerd op het rapport-De Meijer, een bijzondere bron. De auteurs noemen het ‘een ware historische sensatie, (…) een geschiedschrijving, bronnenpublicatie, archieftoegang, inventarisatie van data en feiten en persoonlijke bespiegeling in één.’ De auteur, Marius de Meijer was vanaf 1933 bij de vroege inlichtingendienst betrokken, en besloot bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog talloze gevoelige documenten – die eigenlijk vernietigd moesten worden – te begraven in een ijzeren kist in zijn achtertuin. Toen De Meijer na de oorlog in dienst trad van de BVD, werden de documenten overgedragen aan de nieuwe geheime dienst. Vervolgens kreeg De Meijer zelf de kans om, vlak voor zijn pensioen in 1968, ‘een poging tot geschiedschrijving’ te doen op basis van deze en andere documenten.
Het uiteindelijke rapport-De Meijer bleef vervolgens intern en onbekend voor de buitenwereld, totdat (deels door een proefschrift uit 1995 van BVD-huishistoricus Dick Engelen) Constant Hijzen, Bart Jacobs en Rowin Jansen het via een inzageverzoek in handen kregen. Volgens de schrijvers biedt het rapport ‘een prachtige inkijk in een vergane inlichtingenpraktijk. (…) Het rapport geeft even het gevoel dat je in direct contact staat met die geheime wereld.’
Rode draad
Volgens Rowin Jansen, een van de initiators van het boek, is er één duidelijke rode draad: ‘De diensten zijn er om beleidsmakers tijdig te informeren, zodat die vervolgens dreigingen het hoofd kunnen bieden. De samenleving verandert de technieken veranderen, maar de diensten veranderen mee. Dit boek laat zien hoe de diensten mee moeten blijven bewegen om relevant te blijven.’
Toch zijn er ook grote verschillen. Jansen: ‘Direct na de Eerste Wereldoorlog werkten er nog geen dertig man bij de dienst, die hard moesten werken voor elk beetje informatie. Nu zijn er duizenden mensen bij de AIVD en de MIVD die eerder te maken hebben met een overvloed aan data. Tegenwoordig is inlichtingenwerk soms het vinden van een speldenknopje in een gigantische hooiberg.’
Openbaarheid
Uiterst Vertrouwelijk is geen boek van de AIVD: de onderzoekers hebben de inhoud niet afgestemd met de dienstleiding. Toch is het volgens Jansen significant dat een boek als dit nu wel kan verschijnen. Er schreven zelfs enkele actieve en voormalige AIVD’ers een hoofdstuk. ‘Historische verantwoording als deze was een paar decennia geleden niet mogelijk geweest. Pas de laatste jaren treden de diensten steeds meer naar buiten. Voor WO2 werd het bestaan überhaupt niet erkend, was het een verborgen post op de begroting. Maar ook in de decennia erna bleven bijvoorbeeld alle Koninklijke Besluiten rondom de diensten geheim.’
‘Nu zie je dat de AIVD schoorvoetend de openbaarheid opzoekt. Ze snappen steeds beter dat het belangrijk is om uit te leggen wat je doet, en waarom je dat doet. Onbekend maakt onbemind, kijk maar naar de sleepwetdiscussie: er ontstaan makkelijk spookbeelden. De AIVD mag heel veel, dus dan is het belangrijk dat ze blijven uitleggen wat ze met hun bevoegdheden doen, onder streng toezicht.'